Als u het beu bent een kant-en-klare pc te kopen, kunt u uw eigen computer samenstellen. Voorwaarde voor de gedroomde “doe-het-zelf” pc is echter een basiskennis van hardware-architectuur, waardoor beginners meestal falen bij het kiezen van de juiste componenten. Zelf een computer bouwen is echter geen hekserij. In dit artikel leer je alles wat je moet weten over “computerbouw en -werking”, en leggen we ook uit wat er in je computer gebeurt.
- De eerste commerciële personal computer, de IBM PC 5150, werd geïntroduceerd in 1981.
- Moderne computers kunnen verschillende besturingssystemen hebben, maar de basisstructuur is altijd hetzelfde.
- Om te functioneren hebben computers slechts een minimum aan apparatuur nodig, die naar behoefte kan worden uitgebreid.
Inhoudsopgave
1 De structuur van een computer in één oogopslag
1.1 De processor / CPU – het hart van de computer

Het hart van een computer is de processor, de zogenaamde CPU (“Central Processing Unit”). Deze bevindt zich op een speciale aansluiting op het moederbord en is voorzien van een extra ventilator voor de koeling. De belangrijkste fabrikanten van processoren zijn AMD en Intel.
De CPU voert alle berekeningen uit die nodig zijn om de computer te laten werken en beschikt daartoe over een regel- en rekeneenheid. Hiervoor wordt het binaire systeem gebruikt, dat uitsluitend uit 0 en 1 bestaat en waarmee alle wiskundige bewerkingen (bijvoorbeeld optellen of vermenigvuldigen) kunnen worden uitgevoerd.
Goed om te weten: Hoe meer rekenkundige bewerkingen per seconde een CPU kan uitvoeren, hoe krachtiger hij is.
1.2 Het moederbord – het brein

Het moederbord is een van de basiscomponenten van een computer, omdat het de plaats is waar alle andere componenten met elkaar verbonden en onderling verbonden zijn. Naast een processoraansluiting en aansluitingen voor de voeding en schijven, zijn er ook sleuven voor het hoofdgeheugen en verschillende uitbreidingskaarten.
Let er bij het kiezen van een moederbord altijd op dat de gekozen processor er ook op draait. Met andere woorden, de CPU moet passen bij het slot op uw moederbord.
De meeste huidige Intel-processoren hebben een socket 1151 nodig, terwijl moderne AMD CPU’s een socket AM4 nodig hebben.
Moederborden worden aangeboden in een groot aantal variaties en prijsklassen. Bij de aanschaf moet u er echter op letten dat ten minste één digitale interface (displaypoort of DVI) en zoveel mogelijk USB-poorten beschikbaar zijn voor randapparatuur.
1.3 Het werkgeheugen / RAM – het kortetermijngeheugen

Het hoofdgeheugen, kortweg RAM (“Random Access Memory”), is een snel tijdelijk geheugen waarin het besturingssysteem lopende processen en toepassingen tijdelijk opslaat. Elk programma dat u tijdens uw werk op de pc opent, slaat eerst gegevens op in het RAM-geheugen. Wanneer u de computer afsluit of opnieuw opstart, wordt het automatisch geleegd en komt de ruimte weer vrij.
In de huidige computermodellen ligt de grootte van het RAM-geheugen tussen 4 en 16 GB. Hoewel er nu ook modules zijn met 32 of 64 GB, zijn deze nog steeds erg duur.
In de systeeminstellingen van uw computer kunt u gemakkelijk nagaan hoeveel RAM er geïnstalleerd is:
Tip: U kunt vaak extra snelheid bereiken door twee kleine geheugenstaven te installeren in plaats van één grote (bijvoorbeeld twee keer 8 GB in plaats van 16 GB).
1.4 De harde schijf – het langetermijngeheugen

De harde schijf (HDD) is zoiets als het langetermijngeheugen van uw computer. Het is het belangrijkste opslagmedium waarop al uw foto’s, programma’s en documenten worden opgeslagen. Wanneer u bijvoorbeeld een programma start, haalt het besturingssysteem de nodige informatie van de harde schijf.
Hiervoor wordt een magnetisch opslagsysteem op basis van roterende schijven gebruikt, op het oppervlak waarvan de gegevens worden opgeslagen. Bij het schrijven wordt dit oppervlak contactloos gemagnetiseerd, waarna de waarden bij het lezen weer in begrijpelijke gegevens worden omgezet.
Een andere vorm van harde schijven zijn de zogenaamde SSD’s (“Solid State Disks”), die gebaseerd zijn op flash-geheugen en daardoor veel robuuster zijn en minder gevoelig voor mechanische fouten. Om deze reden worden ze voornamelijk gebruikt in notebooks. In vergelijking met conventionele harde schijven is de toegangstijd ongeveer vijf keer sneller, zodat de SSD vooral moet worden gebruikt voor het installeren van het besturingssysteem en het uitvoeren van programma’s die hoge prestaties vereisen.
1.5 De grafische kaart – de tolk
De grafische kaart wordt gebruikt om de processen van uw pc om te zetten in begrijpelijke beelden, grafieken en tekens, die vervolgens via een interface(VGA, DVI, HDMI of DisplayPort) op een monitor worden weergegeven. Traditioneel berekent de CPU de gegevens en stuurt ze door naar de grafische kaart, waar ze vervolgens worden omgezet.

De grafische kaart wordt in het moederbord gestoken of is er al in geïntegreerd (“onboard”). De meeste huidige modellen zijn ook uitgerust met een eigen processor, de zogenaamde GPU (“Graphics Processing Unit”), die bijvoorbeeld in veeleisende games wordt gebruikt om de CPU te ontlasten.
1.6 De netwerkkaart maakt contact met de buitenwereld

De netwerkinterfacecontroller (NIC) is de interface waarmee uw computer permanent verbinding kan maken met een netwerk en gegevens kan uitwisselen. Hij wordt als kaart op het moederbord geplugd of is al aan boord geïnstalleerd.
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen twee soorten netwerken:
- De verbinding met een LAN (“Local Area Network”) geschiedt meestal per kabel via een Ethernet-kaart.
- Voor een draadloze verbinding met een WLAN (“Wireless Local Area Network”) is daarentegen een bijbehorende WLAN-kaart nodig.
Een gewone Ethernetkaart heeft meestal maar één aansluiting voor een RJ45-netwerkstekker, maar er zijn nu ook speciale modellen met wel zes aansluitingen.
Goed om te weten: Tegenwoordig hebben veel notebooks geen kabelgebonden netwerkkaart meer. De meeste verbindingen lopen nu uitsluitend via WLAN.
1.7 Praten met uw computer via de randapparatuur
Om met uw pc te kunnen communiceren, hebt u ook geschikte invoer- en weergaveapparaten nodig.
U geeft uw input aan uw computer door middel van toetsenbord en muis. Je gebruikt ze om de cursor te verplaatsen en teksten of commando’s in te typen waarmee je acties activeert.

De resultaten worden vervolgens weergegeven op een monitor, projector of beamer.
Goed om te weten: Naast de hoofdcomponenten kunt u uw computer uitbreiden met diverse extra componenten voor efficiënter gebruik. Dit zijn bijvoorbeeld cd- of dvd-stations, branders, printers en scanners, kaartlezers of luidsprekers. Deze componenten kunnen deel uitmaken van een computer, maar zijn niet absoluut noodzakelijk voor de werking ervan.
2 Eenvoudig uitgelegd: dit is wat er in uw computer gebeurt
U hebt zojuist geleerd over de belangrijkste onderdelen van een computer en vraagt zich nu terecht af wat er gebeurt als u de computer bedient. Wij zullen u aan de hand van een eenvoudig voorbeeld laten zien wat er in de behuizing gebeurt.
Dit is wat er gebeurt als u een tekst schrijft in Word:
- Je zet de PC aan. Het besturingssysteem start op vanaf de harde schijf.
- Na het opstarten opent u uw schrijfprogramma. De toepassingsgegevens worden van de harde schijf gelezen en in het werkgeheugen geladen.
- U typt de gewenste tekst in.Het toetsenbord stuurt deze in de vorm van elektrische impulsen naar het moederbord. Van daaruit worden ze doorgestuurd naar de CPU.
- De processor maakt samen met de grafische kaart de nodige berekeningen en stuurt het resultaat naar het scherm.
- Je getypte tekst verschijnt nu op het beeldscherm. Deze bevindt zich momenteel nog in het werkgeheugen.
- Om ervoor te zorgen dat wat je getypt hebt ook na een herstart beschikbaar blijft, moet je het bestand vervolgens opslaan op de harde schijf.