In het verleden hebben printerfabrikanten particuliere gebruikers voor zich gewonnen met hun onovertroffen lage prijzen. De ontgoocheling komt echter meestal bij de eerste lege cartridge. De benodigde inkt is namelijk vaak onevenredig duur in vergelijking met het eigenlijke apparaat. Gelukkig zijn er ook enkele alternatieven zonder cartridges die niet alleen op lange termijn geld besparen, maar ook ecologischer zijn.

1. printers zonder cartridges: Goedkoper printen met vaste inkttanks

Canon heeft begin dit jaar net drie nieuwe modellen gelanceerd die zijn uitgerust met hervulbare inkttanks in plaats van cartridges . Concurrent Epson biedt dergelijke printers en multifunctionals zelfs al sinds 2014 aan. Inmiddels zijn ook andere fabrikanten (bijvoorbeeld HP met de Smart Tank) op de kar gesprongen. Met originele inkt uit de fles bespaar je niet alleen kosten, maar doe je ook iets goeds voor de eco-balans door minder slijtage van de cartridges.

.

De geïntegreerde tank kan gemakkelijk worden bijgevuld via inktflessen en bevat tien tot vijftien keer zoveel als een normale cartridge. Dit betekent dat u aanzienlijk meer pagina’s kunt afdrukken met één vulling en tegelijkertijd uw afdrukkosten kunt verlagen dankzij het hoge bereik. Met een gemiddeld printvolume van ongeveer 150 pagina’s per maand kunt u tot drie jaar lang printen voordat u de inkt moet bijvullen.

U kunt navulflessen in winkels kopen voor minder dan 10 euro. Dit komt neer op minder dan één euro voor 500 pagina’s. De apparaten met geïntegreerde tanks kosten echter ook iets meer dan een gewone printer, omdat ze niet gesubsidieerd worden door de dure inkt.

2. laserprinters: hoge snelheid tegen lage verbruikskosten

Als u het gebruik van inkt helemaal wilt vermijden, is een laserprinter de juiste keuze. In tegenstelling tot inkjetprinters gebruiken laserprinters geen vloeibare inkt, maar printen ze met een zogenaamde toner. Dit is een zeer fijn mengsel van kleurpigmenten, hars en magnetiseerbare metaaloxiden dat met behulp van een elektrische lading op het papier wordt aangebracht.

In principe bestaat een laserprinter uit vier onderdelen:

• De beelddrum heeft een speciale coating die negatief geladen kan worden.
• De tonercartridge bevat het tonerpoeder. Een kleurenlaserprinter heeft in totaal vier tonercartridges in de kleuren zwart, blauw, rood en geel.
• De laserdiode richt de laser op de beelddrum. Deze neutraliseert de negatieve lading op de punten waar de toner moet hechten.
• De fuser unit smelt de tonerdeeltjes op het papier bij ongeveer 200 °C, waardoor ze aan het papier hechten.

Laserprinters zijn duurder in aanschaf, maar de kwaliteit en de uitvoersnelheid zijn veel hoger. In tegenstelling tot dot-matrixprinters printen laserprinters niet in afzonderlijke regels, maar in volledige pagina’s. Bovendien houdt u de verbruikskosten laag: in de test kan een laserprinter ongeveer vijf keer zoveel pagina’s afdrukken als een inkjetprinter totdat de toner moet worden bijgevuld.

Goed om te weten: Deense onderzoekers hebben onlangs een printtechniek ontwikkeld waarbij helemaal geen inkt of toner nodig is. In plaats daarvan gebruikt het proces een laser om het oppervlak van een plastic plaat zodanig te veranderen dat een (gekleurd) beeld voor het menselijk oog ontstaat. Dit zou ook veel hogere resoluties mogelijk moeten maken dan voorheen. De ontwikkeling staat echter nog in de kinderschoenen.